Elke organisatie staat voortdurend in contact met twee overlappende, maar fundamenteel verschillende omgevingen: de organisatieomgeving en de algemene omgeving. Deze twee krachtenvelden bepalen niet alleen de dynamiek binnen de organisatie, maar hebben ook een grote invloed op je strategische koers. En dagen je als leider uit elke dag weer uit om je koers vast te houden of juist weer iets aan te passen. (Zie afbeelding hieronder met als voorbeeld een gemeente)
De organisatieomgeving
Dit is het directe netwerk waarin je organisatie opereert. Denk aan medewerkers, samenwerkingspartners, leveranciers, en andere overheidsinstellingen. Deze ‘gele blokjes’ zijn beïnvloedbaar: je kunt deze relaties versterken, nieuwe samenwerkingen aangaan, of interne processen optimaliseren om beter te presteren.
Voorbeeld: Stel dat je als leidinggevende prioriteit geeft aan open communicatie binnen je organisatie. Een samenwerking met een stakeholder die een meer hiërarchische stijl hanteert, kan frictie veroorzaken. Het herkennen, goed omgaan met deze verschillen, zonder je eigen kernwaarden uit het oog te verliezen, is cruciaal in het bepalen van je koers.
De algemene omgeving
Dit is de bredere context waarin je organisatie opereert, zoals maatschappelijke trends, technologische ontwikkelingen, economische schommelingen, en sociale dynamieken. Deze ‘witte rechthoeken’ zijn vaak minder direct beïnvloedbaar, maar hebben een grote impact op de strategische koers.
Voorbeeld: Een economische recessie kan bijvoorbeeld nieuwe eisen stellen aan jouw organisatie en je dwingen tot het veranderen van koers en/of het moeten aanpassen van je processen moet aanpassen om te kunnen overleven.
Het spanningsveld tussen beide omgevingen
Leiderschap gaat over het navigeren tussen deze twee werelden. De organisatieomgeving biedt ruimte voor directe invloed en strategische aanpassingen, terwijl de algemene omgeving vraagt om flexibiliteit en veerkracht.
De sleutel tot succes ligt in:
- Balans zoeken: Begrijpen welke omgeving meer aandacht nodig heeft op een bepaald moment.
- Frictie beheren: Herkennen van spanningen tussen stakeholders en de organisatie en het zoeken naar gezamenlijke oplossingen.
- Medewerkers betrekken: Je medewerkers zijn niet alleen deel van de organisatie, maar ook van de maatschappij. Hun externe ervaringen en overtuigingen kunnen de interne dynamiek beïnvloeden en is het belangrijk om hier het gesprek over te voeren, grenzen te stellen en de gekozen koers te benadrukken.
Conclusie
Het begrijpen van de twee omgevingen – de directe organisatieomgeving en de bredere algemene omgeving – helpt je om zowel strategische keuzes als dagelijkse beslissingen beter te plaatsen. Door bewust te zijn van wat je kunt beïnvloeden en wat je simpelweg moet accepteren, ontwikkel je als leider een scherper beeld van hoe jij en je organisatie een heldere positie in kunnen nemen in een complexe wereld.
Maar hoe navigeer je effectief door de complexiteit van deze omgevingen? Welke strategieën kun je toepassen als de situatie uitdagend of onzeker wordt? In ons volgende blog introduceren we het Besturingsmodel voor omgevingscomplexiteit (gebaseerd op het Cunefin framework van David Snowden), een krachtig model dat je helpt om omgevingscomplexiteit te begrijpen en er effectief mee om te gaan.